top of page
  • Grey Instagram Icon
  • Grey Facebook Icon
  • Gray LinkedIn Icon
  • Grey YouTube Icon

ANNELI EN HAAR VERHAAL

  • Eline Kuijper
  • 4 dec 2019
  • 3 minuten om te lezen

INTERVIEW 27 juli 2016 - Zoals veel van jullie weten heb ik een adoptie-zusje genaamd Anneli. Anneli is 17 jaar en is geadopteerd uit Lanzhou, een stad in de provincie Gansu, China.

Na veel moeite heb ik mijn zusje eindelijk overgehaald om haar verhaal te vertellen.

Anneli is nooit erg open geweest over haar adoptie. Zij heeft nooit de behoefte gehad om haar biologische ouders te vinden, omdat ze dat het risico niet waard vond. Anneli: “Ik heb nooit echt de behoefte gehad om ze te leren kennen, dus als je ze dan toch gaat zoeken en ze willen jou niet ontmoeten, doe je jezelf alleen maar pijn, zonder dat dat echt nodig is.”


Anneli vindt afgestaan worden hetzelfde gevoel als afgewezen worden. Ze denkt dat ieder adoptiekind onbewust denkt dat zijn/haar ouders hem of haar niet wilden. Anneli: “ Ik wil wèl weten waarom ik ben afgestaan, maar ik denk dat ik nooit een emotionele band kan creëren met mijn biologische ouders. Ik wil mijn biologische ouders niet kwetsen als zij mij wèl willen leren kennen.” Anneli denkt dat de kans groot is dat haar biologische ouders haar niet willen ontmoeten. Zelf heeft ze zich ook nooit afgevraagd of ze op ze lijkt en wie ze zijn, maar wel zou ze graag willen weten of ze broertjes en zusjes heeft. Dit, omdat ze graag wil weten waarom ze haar dan hebben afgestaan.?


Anneli: “Ik versta onder familie de band die je met elkaar hebt. Ik zie geen vlees en bloed, maar ik zie de band tussen ouders en kind. Ik realiseer me dat ik het beter heb in Nederland dan dat ik dat ooit in China zou hebben. Het is moeilijk om geconfronteerd te worden met China, omdat ik het nooit als mijn vaderland kan zien.”


“Ik worstel heel erg met de gedachten dat mijn ouders mij niet wilden. Het is toch het gevoel van: Je eigen vlees en bloed wilde jou niet hebben. Al zou ik zelf een kind hebben vraag ik me af: hoe ver moet ik in staat zijn om een kind af te staan? Het is onmacht, omdat ik mezelf niet kan verplaatsen in zo’n situatie. Ik denk teveel na over de dingen. Jij, als 10- jarige, had gewoon dromen en dacht simpel:, of ze wilden me niet of dat ze geen keus hadden. Ik denk meer na over de gevolgen en oorzaken. Alles heeft zijn voor- en nadelen.: ik dacht gelijk: wat als het fout gaat? Als kind heb je de voorsprong dat je wat meer denkt aan de positieve dingen, maar dat kan dus ook verkeerd aflopen.”


Anneli: “Ik vind het goed dat jij, Eline, naar je biologische ouders ging zoeken, omdat je wilde weten wat je roots was. Jij zou in een oom of tante dingen van jezelf kunnen herkennen. Ik zou dat verband niet eens kunnen leggen. Ik ben heel blij voor jou dat je die antwoorden hebt gekregen die je wilde hebben en ik vind het bijzonder dat ik bij jouw eerste ontmoeting met jouw biologische ouders was. Ik waardeer het heel erg dat zij mij ook als familie zien, maar hoe blij ik ook voor jou ben, ik kan jouw biologische familie ook niet als mijn familie zien. Het is niet moeilijk voor mij, ook nooit moeilijk geweest, om jou met je familie te zien, maar als ik jou zo zie, hoe jij met ze omgaat, kan ik al van mezelf zeggen dat ik dat niet met mijn biologisch familie kan. Omdat ik daar de behoefte niet aan heb.”


“Ik snap dat mensen vragen hebben als ze weten dat ik geadopteerd bent. Ieder adoptiekind ervaart dit anders. Ik ben blij dat mensen, die dit willen weten, hele algemene vragen stellen en niet zoals mijn zus. Haha!.”


“De vragen die zulke mensen stellen zijn: hoe vind je het dat je geadopteerd bent? Ben je blij dat je geadopteerd bent? Hier kan ik heel gemakkelijk op antwoorden, zonder dat het dicht bij mij komt. Het zijn bijna ingestudeerde stukjes. Je maakt het bijna dagelijks mee.”


“Ik voel me van binnen Nederlands, omdat ik Nederlands opgevoed ben, maar omdat ik er niet als een standaard Nederlander uit zie, wordt je er toch altijd wel aan herinnert dat je geen Nederlander bent. Ik vind het niet erg dat ik een Chinees uiterlijk heb, maar ik vind het wel lastig dat ik er telkens aan herinnerdt wordt. Zo krijg ik wel eens opmerkingen van: Hey, je hebt spleetogen, ga jij eens lekker loempia’’s vouwen, en dat soort standaard opmerkingen.”


“Op dit moment denk ik niet dat ik er later spijt van krijg dat ik mijn biologische ouders niet wil vinden. Wat de toekomst zich brengt weet ik niet, maar dat laat ik rustig op mijn pad komen…”

Comments


© Eline Kuijper portfolio

bottom of page